MANNA 992: Geniet van de zegen van geven zolang het nog kan

Geven. Dit onderwerp roept verschillende emoties op. Voor sommigen schept het grote vreugde – zelfs geluk – omdat ze weten welke voordelen het anderen kan bieden. Voor anderen veroorzaakt het frustratie: omdat ze beperkte financiële middelen hebben, hebben sommige mensen het gevoel dat ze nauwelijks in hun eigen behoeften kunnen voorzien, laat staan ​​dat ze kunnen geven om anderen te helpen. Maar voor diegenen onder ons die God willen volgen en gehoorzaam willen zijn, is geven niet optioneel.Geboden om goed te doen. In 1 Timoteüs 6:18 wordt ons geboden om “goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen”. Geven stelt de oprechtheid van onze liefde voor de Heer en anderen op de proef: “Ik zeg dit niet als bevel, maar om door de inzet van anderen ook de oprechtheid van uw liefde te beproeven.” (2 Korinthe 8:8).

Geven test ook onze bereidheid om op Gods trouw te vertrouwen: “En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk”(2 Korinthe 9:8). Onder leiding van de Heilige Geest kun je steeds meer het soort opgewekte en dankbare gever worden die het hart van de Heer verheugt. Hij is jou altijd trouw geweest en door jouw vrijgevigheid kun je steeds meer trouw aan Hem zijn.

Geef met een gevoel van urgentie. We moeten geven wat we nu kunnen, in plaats van te sparen om later meer te geven. Later kan het te laat zijn. In zijn boek ‘Becoming Real’ heeft Steven James het over de onzekerheid van het leven en moedigt hij aan om het beste te maken van elke dag, van elke week. Het is niet de bedoeling van James om zijn lezers te deprimeren of te ontmoedigen: hij probeert ze wakker te schudden, omdat iedereen ergens middenin sterft.

Mensen sterven terwijl ze naar de tandarts gaan of van vakantie naar huis rijden; terwijl ze douchen of tv kijken; terwijl ze het gras maaien of barbecueën of genieten van een goede nachtrust. Mensen sterven middenin ruzies, wrok, dromen, plannen, carrières, hoofdpijn, hartzeer en verkeringen.

We sterven niet wanneer we verwachten te sterven – nadat onze ambities allemaal zijn uitgekomen of we alles hebben bereikt wat we van plan waren. De meesten van ons sterven terwijl we doen alsof we nooit zullen sterven, terwijl we leven alsof morgen gegarandeerd is en dit leven eeuwig zal duren.

Bewust leven en geven. Het leven is een geschenk. De dood is een zekerheid. Dit zou ons ertoe moeten aanzetten om bewust te leven – en bewust te geven. Ik heb mensen vaak dingen horen zeggen als: “Je hebt je hele leven voor je!” We hebben niet ons hele leven voor ons – we hebben ons hele leven, tot dat moment, achter ons. Wat ons te wachten staat, is een mysterie en we weten dat het elk moment voorbij kan zijn.

Het kan ontnuchterend zijn om na te denken over de korte duur en de kwetsbaarheid van ons leven, maar het kan ook heilzaam zijn voor volgelingen van Jezus Christus die willen dat de Heer de grootst mogelijke eer ontvangt door hun leven. We willen geen kansen verspillen om het beste te halen uit het leven en de gaven die God ons heeft toevertrouwd. Zoals een wijs man (C.T. Studd, red.) ooit zei: “Eén leven slechts, dat ras zal vergaan. Slechts wat voor Christus is gedaan, blijft bestaan.”

Laat de tijd niet door je vingers glippen, terwijl je de zegen verspeelt van het vrijmoedig leven en geven voor God en de voortgang van Zijn koninkrijk. Zoals Galaten 6:10 zegt: “Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.”

GESPREKSVRAGEN

Wat is jouw typische reactie wanneer het onderwerp van geven ter sprake komt, of het nu in een kerkelijke setting is of wanneer je een fondsenwervende brief, telefoontje of persoonlijk bezoek ontvangt van iemand die je vraagt om voor hun goede doel te geven?

Als je leest dat God ons gebiedt te geven, voel je je dan meer geneigd om te geven – of blijf je terughoudend of bied je soms zelfs weerstand? Leg je antwoord uit.

De urgentie om nu te geven, in plaats van te wachten op een latere gelegenheid: wat zijn de voor- en nadelen van deze benadering van geven aan goede doelen?

In welke mate speelt vertrouwen in Gods voorziening een rol bij je beslissingen rondom geven? Aarzel je wel eens om aan een goed doel te geven, omdat je niet zeker weet of je het je kunt veroorloven? Waarom of waarom niet?

De genoemde Bijbelteksten zijn afkomstig uit de Herziene Statenvertaling tenzij anders vermeld.

In de onderstaande Bijbelgedeeltes kun je meer lezen over het onderwerp van deze eMeal.

Spreuken 3:27-28, 11:24-25, 18:16, 25:14; Handelingen 20:35; 2 Korinthe 8:1-15, 9:6-15

Verzonden door CCA Nederland op vrijdag 9 december 2022