MANNA 933 Het temmen van de hond die ” ego” heet.

MANNA 933: Het temmen van de hond die “Ego” heet.Er gaat een verhaal over Giuseppe Verdi, die op een avond een pianoconcert gaf in La Scala in Milaan. Toen hij het laatste stuk van het programma had gespeeld, vroeg het publiek in vervoering om méér. Verdi genoot van het applaus en koos een bombastische compositie met veel tierelantijnen, waarvan hij wist dat het publiek die geweldig zou vinden, al was het artistiek gezien geen goede muziek.

 

Na het stuk ging de menigte als één man staan, om hem opnieuw een daverend applaus te geven. Verdi liet het met plezier over zich komen, tot hij op het balkon de man zag zitten die zijn leven lang zijn leermeester was geweest. De leermeester wist precies wat Verdi had gedaan. Hij was blijven zitten en klapte niet. Verdi zag aan zijn gezicht dat hij diep teleurgesteld was. Hij keek alsof hij wilde zeggen: “Verdi, Verdi, hoe kon je?”

 

Toen hij mij dit verhaal vertelde, noemde mijn overleden vriend Robert D. Foster deze behoefte aan controle en het krijgen van goedkeuring het “verdivirus”. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche omschreef het als volgt: “Als ik vooruit kom, word ik altijd gevolgd door een hond die Ego heet. Het ego zwelt op wanneer het geprezen wordt. Het hunkert naar succes en macht. En hoeveel het daarvan ook krijgt, het ego is nooit tevreden te stellen.”

 

De zakenwereld is een voedingsbodem voor dit verlangen, met zijn constante boodschap dat we slechts zo goed zijn als de laatste successen die we hebben behaald. En al komt dit ontzettend vaak voor, de behoefte aan bevestiging door andere mensen kan een verwoestende uitwerking hebben. Net als Verdi kunnen we erdoor gaan schipperen, dingen gaan doen waarvan we weten dat die de gewenste reactie geven, zelfs als dat niet de beste – of de juiste – dingen zijn om te doen. De Bijbel, die de menselijke natuur met ongepolijste eerlijkheid beschrijft, geeft hier vele voorbeelden van.

 

Ook Jezus Christus heeft hierover gesproken, vaak tegen de religieuze leiders van Zijn tijd, die pretendeerden te zijn wat ze niet waren. Een klassiek voorbeeld hiervan vinden we in Mattheüs 23:27-28, “Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bent als de witgepleisterde graven, die vanbuiten wel mooi lijken, maar vanbinnen zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid. Zo lijkt u ook wel vanbuiten rechtvaardig voor de mensen, maar vanbinnen bent u vol huichelarij en wetteloosheid.”

 

Het gaat om de binnenkant, niet om de buitenkant. Toen Hij een nieuwe koning voor Israël koos, zocht God niet iemand die er indrukwekkend uitzag, maar iemand met een goed hart. Hij koos David, die later “een man naar Gods hart” werd genoemd. “… Kijk niet naar zijn uiterlijk en ook niet naar de hoogte van zijn gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.…” (1 Samuël 16:7).

 

Lof is een test voor het karakter. Hoe reageren we als we geprezen worden? Dompelen we onszelf erin onder en willen we meer, of reageren we dankbaar en nederig? “Een smeltkroes is er voor het zilver en een oven voor het goud, zo wordt iemand getoetst op zijn goede naam.” (Spreuken 27:21).

 

Door anderen op de eerste plaats te zetten, hebben we minder behoefte aan lof. Het aanhoudende verlangen om geprezen te worden, legt de focus bij onszelf. Maar wanneer we ons op anderen richten, vraagt ons ego minder aandacht. In een wereld die zegt: “Het draait allemaal om mij!”, vereist het een bewuste beslissing om ons denken om te buigen. “Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.” (Filippenzen 2:3-4)

 

GESPREKSVRAGEN

Kende je dit verhaal over componist Giuseppe Verdi? Waarom denk je dat het verlangen naar – of zelfs de verslaving aan – lof en goedkeuring bij veel mensen zo sterk is?

 

Op een bepaalde manier wist Verdi dat ondanks het applaus van zeer velen, de goedkeuring van één persoon uit het publiek er voor hem werkelijk toe deed. Hoe kunnen we dit op geestelijk vlak op ons eigen gedrag en onze motieven toepassen – zijn we bereid te leven en te werken om alleen de goedkeuring van de Ene te ontvangen, de God in wie we geloven en die we dienen?

 

Kun je voorbeelden bedenken van mensen die er een ware kunst van hebben gemaakt om er aan de buitenkant goed uit te zien, terwijl de binnenkant – hun hart – totaal anders is? Heb je dat zelf ook weleens gedaan, je anders voordoen aan de buitenkant om te verbergen wat er van binnen echt aan de hand is? Licht je antwoorden toe.

 

Hoe kunnen we een houding bewaren van het op de eerste plaats zetten van andere mensen, in plaats van onze eigen belangen? Gaat dat makkelijk volgens jou? Waarom wel of niet?

In de onderstaande Bijbelteksten kun je meer lezen over dit onderwerp.

 

Spreuken 11:2, 16:2,18, 17:3, 18:12, 22:4, 25:6-7, 27:2, 29:23; Johannes 12:42-43

 

Verzonden door CCA Nederland op zaterdag 25 september 2021.