MANNA 959: Zou je wel eens willen dat je anders was?
Vergelijken is een gevaarlijk spel. Want stuk voor stuk zijn we uniek. Sommige mensen hebben vaardigheden en eigenschappen die we zelf maar wat graag zouden hebben. Zou je verbaasd zijn als je ontdekte dat diezelfde mensen jaloers zijn op vaardigheden en eigenschappen die jij bezit? Maar wensen dat we anders waren is waarschijnlijk normaal – ik weet in ieder geval van mezelf dat ik het doe.
Ik herinner me bijvoorbeeld momenten waarop ik langer had willen zijn. Of dat ik een beter geheugen had. Sommige mensen wensen misschien dat ze andere familieleden hadden of een andere achtergrond. Wens jij misschien dat je je beter zou kunnen beheersen, zodat je niet steeds in hetzelfde hinderlijke en/of destructieve gedrag zou vervallen? Ontelbare keren heb ik gewenst dat ik kon stoppen met het maken van dezelfde fouten.
Vanochtend zat ik te lezen in een van mijn dagelijkse Bijbelblogs, een blog dat Jesus Calling heet, toen mijn oog op dit vers viel: “Maar, o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? Zal ook het maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp klei het ene voorwerp tot een eervol, het andere tot een oneervol voorwerp te maken?” (Romeinen 9:20-21).
Vervolgens werd ik eraan herinnerd hoeveel genade ik van God heb ontvangen – Zijn onbegrensde, onvoorwaardelijke, onverdiende gunstbewijzen – en hoeveel genade ik iedere dag nodig zal blijven hebben. Ik las de onderstaande gedachten van wijlen Henry Blackaby, schrijver van het uitmuntende boek Experiencing God (in Nederland uitgegeven onder de titel: Een God van nabij). Hij begint met het citeren van een Schriftgedeelte dat ik heel vaak heb gelezen: “Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.” (Romeinen 8:29-30).
Al wensen we soms dat we anders waren, ieder van ons is een product van Gods perfecte, goddelijke plan. Hoe we zijn – en wie we zijn – is geen vergissing.
Blackaby werkt verder uit wat dit betekent: “Jouw leven is een deel van Gods grootse ontwerp. God kent je en heeft een plan voor jouw leven, al van vóór het begin der tijden. Nog voor je was geboren wist Hij alles van je.” Daarna citeert hij een vers dat me altijd blijft verwonderen, Jeremia 1:5: “Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend: voordat u uit de baarmoeder naar buiten kwam, heb Ik u geheiligd.”
God heeft al van tevoren bepaald dat je net als zijn Zoon zou worden. Daarom heeft jouw leven een bestemming. Christus is het model waarnaar de Vader jouw leven ontwikkelt. Je bent gemaakt om een relatie met de Vader te hebben, even intiem als die tussen Jezus en de Vader (Johannes 17:21). Iedere gebeurtenis die Hij toelaat in jouw leven is bedoeld om je meer op Christus te laten lijken.
“God riep je op het moment dat Hij je uitnodigde om met Hem mee te doen in dit proces! Zijn roep is heel persoonlijk en speciaal toegespitst op jouw reactie. Wat is het geweldig om te beseffen dat de almachtige God op een bepaald moment in de geschiedenis persoonlijk tot jou heeft gesproken en je heeft uitgenodigd om Zijn kind te worden!”
Het maakt niet uit wat voor baan we hebben – als leidinggevende, topmanager, afdelingshoofd, vertegenwoordiger, ambachtsman, leerkracht, muzikant, ingenieur, advocaat, arts, ontwerper, monteur of welk beroep dan ook – we zijn zo veel meer dan het werk dat we doen. Zoals in Romeinen 8:29 staat: we zijn door God bestemd om “aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn,” Jezus Christus. Boven alles wil God dat mensen, wanneer ze ons zien, Christus zien. En juist doordat we allemaal anders zijn, kunnen mensen Hem zien op verschillende manieren.
GESPREKSVRAGEN
Om terug te komen op de openingsvraag: wens je weleens dat je anders was? Als het aan jou lag, in welke opzichten zou je dan willen veranderen?
Wat kan het effect zijn van jaloezie, van meer op anderen willen lijken in termen van persoonlijkheid, eigenschappen, vaardigheden of talenten? Kan het op de een of andere manier positief werken om onszelf te vergelijken met andere mensen? Licht je antwoord toe.
In het eerste geciteerde Bijbelgedeelte, Romeinen 8:29, staat dat we (door God) voorbestemd zijn om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn. Wat betekent dit volgens jou? En hoe kan dit gestalte krijgen in de omgang met ons werk en met de verantwoordelijkheden die we op de werkvloer hebben?
In een ander vers, Jeremia 1:5, verklaart God: “Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend; voordat u uit de baarmoeder naar buiten kwam, heb Ik u geheiligd….” Wat betekent dit voor jou en wat voel je, als je daarover nadenkt?
De genoemde Bijbelteksten zijn afkomstig uit de Herziene Statenvertaling
In de onderstaande Bijbelgedeeltes kun je meer lezen over het onderwerp van deze eMeal:Jesaja 29:13-16, 64:8; Jeremia 29:11-13, 33:2-3; 1 Korinthe 3:9; Efeze 2:10
Verzonden door CCA Nederland op zaterdag 26 maart 202