MANNA 982 Voorbereid zijn op een tijd als deze
Jaren geleden, in het vliegtuig op weg naar Zuid-Afrika, ontmoette ik een jongedame die Emma heette. Op dat moment was ze eventplanner, en ze sprak vol enthousiasme over haar carrière, al wist ze niet goed welke kant die zou opgaan. Ik vind het altijd leuk om mensen te ontmoeten die een passie hebben voor hun werk en hun roeping.
Onlangs zag ik haar naam voorbij komen op LinkedIn. Volgens haar profiel is ze nu marketingdirecteur in China voor een toonaangevend internationaal bedrijf. Toen ik haar een berichtje stuurde om haar daarmee te feliciteren, kreeg ik een reactie van haar. Emma vertelde me dat ze vijf jaar geleden het gevoel kreeg dat God haar zou gebruiken om “koningen te dienen”, als ze maar op Hem vertrouwde.
Ik vermoed dat ze doelde op het Bijbelvers waarin staat: “Hebt u iemand gezien die vaardig is in zijn werk? Hij zal ten dienste van koningen gesteld worden, maar ten dienste van onaanzienlijke lieden zal hij niet gesteld worden.” (Spreuken 22:29). Die woorden heeft God duidelijk waargemaakt. Emma heeft nu een invloedrijke en doorslaggevende rol in een land waar vele miljoenen mensen snakken naar de hoop die Jezus Christus kan geven.
Hoe God Emma in die positie wil gebruiken moet nog blijken, maar Hij heeft haar duidelijk kansen gegeven om niet alleen haar werk goed te doen, maar ook om een afgezant van Hem te zijn, zoals we lezen in 2 Korinthe 5:20: “Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen.”
Of we nu net in een nieuwe baan beginnen of al een tijdje hetzelfde werk doen, we zijn geneigd om ons werk te beschouwen als een manier om aan onze financiële verplichtingen te voldoen en de dingen de we willen hebben te kunnen kopen. Maar God ziet ons beroep – zelfs onze carrière – veel breder. Het is een belangrijk deel van onze roeping, wat God wil dat we doen in onze tijd op aarde, als medewerkers aan de realisatie van Zijn goddelijke doelen.
Een prachtig voorbeeld hiervan staat beschreven in het Oudtestamentische boek Esther. Esther was een mooie, jonge Joodse vrouw, ook bekend onder de naam Hadassa, die door een aaneenschakeling van gebeurtenissen in de harem van koning Ahasveros van Perzië en Medië terecht was gekomen. Ze werd de lieveling van Ahasveros, bestemd om de toekomstige koningin te worden.
Haar oom Mordechai was een plan ter ore gekomen, dat door een van Ahasveros’ onderdanen was beraamd om alle Joden in dat gebied uit te roeien. Omdat Esther aan het hof van de koning verkeerde, smeekte Mordechai haar om voorspraak te doen voor haar volksgenoten. Hij begreep dat zij in haar unieke positie invloed op koning Ahasveros kon uitoefenen om dat verschrikkelijke bevel op de een of andere manier weer in te trekken.
Aanvankelijk aarzelde Esther hevig. Ze wist dat ze haar leven op het spel zette door Ahasveros te benaderen zonder een uitnodiging te hebben ontvangen. Maar Mordechai daagde haar uit met de vraag: “En wie weet of jij niet juist voor een tijd als deze tot deze koninklijke waardigheid gekomen bent?” (Esther 4:14). Uiteindelijk luisterde de koning naar Esther, en werden de moordzuchtige plannen ten goede gekeerd.
Gelukkig hoeven de meesten van ons geen doodsvonnis te vrezen wanneer we met een vraag naar een leidinggevende stappen. Toch plaatst God Zijn mensen vaak in omstandigheden waar ze – net als Emma – een afgezant van Hem kunnen zijn op een levensreddende manier. Onderschat nooit wat de Heer kan doen. Hij kan zelfs het allerkleinste begin veranderen in een ongelooflijke kans. Dus bid en wees gehoorzaam, en vertrouw erop dat Hij voor de uitwerking zal zorgen.
GESPREKSVRAGEN
Wat zou jij antwoorden als iemand je vroeg waarom je het werk doet dat je hebt?
Was je vóór het lezen van deze eMeal bekend met het Bijbelgedeelte dat zegt dat mensen die trouw en toegewijd zijn in hun werk “koningen zullen dienen”? Geloof je dat deze belofte waar is? Waarom wel of niet?
Hoe denk je dat gelovige mensen een positieve invloed kunnen hebben, zelfs in een werkomgeving waar Bijbelse principes sceptisch worden bekeken of volkomen buiten beschouwing worden gelaten?
Het aangehaalde gedeelte uit het boek Esther impliceert dat God actief betrokken is bij ons werk vandaag de dag en dat Hij een directe, speciale binding heeft met de volgelingen die Hij daar heeft geplaatst. Wat is jouw reactie op deze stelling?
De genoemde Bijbelteksten zijn afkomstig uit de Herziene Statenvertaling tenzij anders vermeld.
In de onderstaande Bijbelgedeeltes kun je meer lezen over het onderwerp van deze eMeal.
Deuteronomium 30:8-9; Jozua 1:8; Spreuken 21:5; 1 Korinthe 15:58; Kolossenzen 3:17, 23-24
Verzonden door CCA Nederland op zaterdag 1 oktober 2022